Meer dan vijftig vrouwen in Oost-Congo beschuldigen medewerkers van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en andere hulporganisaties van seksuele uitbuiting tijdens de recente ebola-uitbraak. De WHO heeft een intern onderzoek aangekondigd.
De vrouwen zeggen dat zij onder druk werden gezet om seks te hebben in ruil voor werk bij de hulpverlenende instanties. De aantijgingen zijn naar buiten gebracht door de website The New Humanitarian, een non-profit nieuwsorganisatie die vaak bericht over ontwikkelingslanden, en persbureau Reuters.
In totaal zouden 51 vrouwen seksueel zijn misbruikt door veelal buitenlandse hulpverleners. De mannen komen volgens de berichtgeving uit onder meer België, Frankrijk, Burkina Faso en Ivoorkust. De meeste beschuldigingen richten zich op personeel van de WHO, dat een leidende rol speelde in de bestrijding van de ebola-uitbraak rond de steden Beni en Butembo. Een andere VN-organisatie, Unicef, wordt ook in verband gebracht met het gemelde misbruik. De secretaris-generaal van de VN, António Guterres, schaart zich achter een diepgaand onderzoek.
Seksuele uitbuiting is een terugkerend probleem in arme landen waar humanitaire crises heersen. Vrouwen zijn in zulke situaties vaak extra kwetsbaar. De WHO heeft sinds 2017 tien onderzoeken verricht naar (vermeend) seksueel misbruik door haar eigen medewerkers, in diverse landen. In Oost-Congo is ook de militaire missie van de VN, Monusco, herhaaldelijk in opspraak geraakt door seksueel misbruik.
Bron: VOLKSKRANT.NL