Een hoge EU-rechter heeft zijn “diepe bezorgdheid” geuit over een recente historische uitspraak van het Duitse Constitutionele Hof en heeft gewaarschuwd dat het de rechtsstaat in de EU en mogelijk zelfs het blok zelf dreigt te ontmantelen.
In een ongebruikelijke openbare verklaring, gedeeld met POLITICO, beschreef Marc van der Woude, president van het Gerecht van de EU, de op één na hoogste rechtbank van het blok, de uitspraak van vorige maand door het Duitse Constitutionele Hof als “directe inmenging in het functioneren van de Europese rechtsorde “, en waarschuwde dat het sommige landen zou kunnen aanmoedigen om deze rechtsorde te verlaten en daardoor een” verkapte exit “uit de EU uit te voeren.
Op 5 mei oordeelde de Duitse rechtbank dat een programma voor het kopen van obligaties uit 2015 door de Europese Centrale Bank (ECB) naar Duits recht onwettig zou zijn, tenzij de ECB binnen de komende drie maanden een toereikende rechtvaardiging kan geven. Het besluit werd algemeen uitgelegd als een uitdaging voor de onafhankelijkheid van de hoogste juridische autoriteit van het blok, het Hof van Justitie van de EU, dat het programma voor het kopen van obligaties had toegestaan.
Door te zeggen dat de in Luxemburg gevestigde EU-rechtbank op een “niet begrijpelijke” manier en ” ultra-vires ” of buiten zijn gezag had gehandeld , gaven de Duitse rechters een vernietigende beoordeling van hun Europese tegenhangers. Als gevolg hiervan zei voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, dat ze overweegt een inbreukprocedure tegen Duitsland in te leiden.
Van der Woude beschreef in zijn opmerkingen de Duitse uitspraak als een gevaar voor de “fragiele en delicate” rechtsorde van de EU en waarschuwde dat deze “de vertrouwensbanden tussen alle rechtbanken van de EU zou aantasten en de rechtsstaat zou ondermijnen waarop de Europese Unie is gebaseerd. “
Van der Woude schreef dat het Duitse oordeel, “hoewel het in naam van de rechtsstaat is overgeleverd, paradoxaal genoeg de tweede nog zorgwekkendere trend, namelijk de ontmanteling van de rechtsstaat in bepaalde lidstaten, zou kunnen versterken” – een versluierde verwijzing naar Hongarije en Polen.
Hij waarschuwde dat “tot in het extreme doorgevoerd, de logica van het constitutionele hof zou kunnen betekenen dat elke nationale rechter in staat zou zijn om zijn eigen visie te geven op de manier waarop het Europese recht moet worden toegepast, hetzij door Europese of nationale instellingen.” Dit kan worden misbruikt door staten waarin “de politieke meerderheden langzaam maar zeker hun rechtbanken onder de voogdij van de uitvoerende macht plaatsen”.
Van der Woude betoogde dat een dergelijk proces ernstige politieke gevolgen zou kunnen hebben: “Als de Europese wet niet meer van toepassing is in deze landen, vallen ze buiten de rechtsorde van de EU en trekken ze zich de facto terug uit het gemeenschappelijke project.”
“Uiteindelijk zullen sommigen zich misschien afvragen of dit een verkapte uittreding uit de EU is zonder formele toepassing van de terugtrekkingsclausule waarin artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie voorziet”, voegde hij eraan toe, verwijzend naar de terugtrekking van het VK uit de EU met behulp van artikel 50.
De toprechter sloot zijn opmerkingen af met een pleidooi voor dialoog: “Als [de EU] de soevereiniteit wil blijven verwerven die geen van haar lidstaten alleen zou kunnen verwerven, zijn dialoog en consensus zoeken essentieel.”
“Ook hier bieden de verdragen de nodige rechtsmiddelen door elk gerecht toe te staan om nieuwe vragen aan het Hof van Justitie voor te leggen, totdat de dialoog leidt tot een voor beide partijen aanvaardbare oplossing die het algemeen belang respecteert.”
Bron: POLITICO.COM